Examples of using "Istuu" in a sentence and their dutch translations:
De oude man zit.
Ze zit.
Twee kinderen zitten op een hek.
- De oude man zat daar in kleermakerszit.
- De oude man zat daar met gekruiste benen.
Tom zit op de sofa een tijdschrift te lezen.
Tom zit de hele dag in zijn kamer niks te doen.
Een zwaarlijvige man zit op de bank. Hij kreeg een anonieme brief, waarin stond: "Hé dikzak! Ooit gehoord van afvallen?!" Niemand weet dat hij last heeft van een stofwisselingsziekte.