Examples of using "Worried" in a sentence and their dutch translations:
Ik maak me zorgen.
Ze zijn bezorgd.
- Ik maakte me zorgen.
- Ik was bezorgd.
Je ziet er bezorgd uit.
Tom ziet er bezorgd uit.
- Maak je je geen zorgen?
- Maken jullie zich geen zorgen?
- Maakt u zich geen zorgen?
- Bent u niet bezorgd?
- We maakten ons zorgen.
- We waren bezorgd.
- We maken ons zorgen om je.
- We maken ons zorgen om u.
- We maken ons zorgen om jullie.
Ik maak me zorgen om hem.
Waarom maak je je zorgen?
Ze zeggen dat ze zich geen zorgen maken.
Ze piekerden minder, en maakten zich minder druk dat ze piekerden.
Tom maakt zich zorgen.
Ik maak me heel veel zorgen om jou.
Ik maak me geen zorgen om Tom. Om jou maak ik me zorgen, Maria.
Ik maak me zorgen over haar.
Tom is nog steeds bezorgd.
Tom is kennelijk bezorgd.
Ook Tom lijkt bezorgd.
Moeten wij ons zorgen maken?
Tom maakte zich ook geen zorgen.
Hij maakt zich zorgen om haar.
We hebben ons toch zoveel zorgen gemaakt!
Ik maak me zorgen over mijn gewicht.
Ze is bezorgd om haar gezondheid.
Zij maakt zich zorgen om zijn gezondheid.
Ik maak me daar geen zorgen over.
We maken ons zorgen over opa en oma.
Ik maak me heel veel zorgen om jou.
Ik maak me zorgen over mijn gewicht.
Ik maak me zorgen over hem.
- Ik was hier bezorgd over.
- Ik maakte me er zorgen over.
Jij bent het waar ik me zorgen om maak.
Ik heb me zorgen over je gemaakt.
We maken ons veel zorgen om jou.
We waren ongerust over u.
Ze maakt zich zorgen om uw veiligheid.
- Ik ben bezorgd over je veiligheid.
- Ik ben bezorgd over uw veiligheid.
Tom maakte zich helemaal geen zorgen.
Daar maakte Mary zich geen zorgen over.
Tom lijkt niet niet echt bezorgd.
Hij heeft zich nooit over haar zorgen gemaakt.
Niets maakt me bezorgd.
Ik weet dat je je zorgen om Tom hebt gemaakt.
Zijn moeder maakt zich zorgen over hem.
Ik kan zien dat je je zorgen maakt.
Ik begon me zorgen te maken.
Ik maak me helemaal geen zorgen.
Ik zou mij daar geen zorgen over gemaakt hebben.
Waar ben je echt bezorgd over?
Ben je daar bezorgd over?
Je ziet er bezorgd uit.
Ik weet dat je je zorgen maakt om Tom.
- Ze is bezorgd om haar gezondheid.
- Hij maakt zich zorgen om zijn gezondheid.
Ik weet dat je je zorgen om Tom hebt gemaakt.
- Ik maak me daar geen zorgen over.
- Ik maak me er geen zorgen over.
Je maakt je toch geen zorgen om het proefwerk?
Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.
Maar ze moeten waarschijnlijk niet te bezorgd zijn.
Tom leek zich zorgen om mij te maken.
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.
Ik ben bang dat ik misschien wordt ontslagen.
Ik heb me de hele dag zorgen over je gemaakt.
Tom is een beetje ongerust, hè?
"Ik weet zeker dat ze zal slagen." - "Ik ben alleen ongerust."
We waren bang de trein te missen.
Ze was erg bezorgd om de gezondheid van haar man.
Mijn vader en ik waren bezorgd om haar.
Marie las Toms brief en werd toen ongerust.
Tom werd ongerust nadat hij Mary's brief had gelezen.
Wees niet zo bezorgd.
Ik denk niet dat Tom zich over ons zorgen zal maken.
Ik maak me zorgen: Hoe komt ze aan eten?
Tom en Maria zeiden dat ze zich zorgen om me maakten.
Ik ben bezorgder om jou dan om de toekomst van Japan.
Ik maak me daar geen zorgen over.
Hij was erg bezorgd over het feit dat hij Kerstmis in het ziekenhuis moest doorbrengen.
- Maakt u zich zorgen over andere grote problemen dan uw huidige situatie?
- Maak je je zorgen over andere grote problemen dan je huidige situatie?
- De verbeurdverklaring van uw vermogen is het laatste waar u zich zorgen over moet maken.
- De verbeurdverklaring van je vermogen is het laatste waar je je zorgen over moet maken.
- De verbeurdverklaring van jullie vermogen is het laatste waar jullie je zorgen over moeten maken.
Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.