Examples of using "Tournament" in a sentence and their dutch translations:
Patricia zal het toernooi organiseren.
Hij was de uitblinker in dat toernooi.
- Wie denk je dat het toernooi gaat winnen?
- Wie denk je dat het toernooi zal winnen?
Tijdens het Masters-toernooi van 2014 deed hij iets opmerkelijks.
Onze wedstrijd gaat verder met een botsing tussen kaken en klauwen.
Bubba sneed gewoon de hoek af. En die slag hielp hem het toernooi te winnen.
Tom was droevig toen de ploeg van zijn land werd uitgeschakeld in het toernooi.
Paul is een van de leerlingen die zullen meedoen aan het schaaktornooi.