Examples of using "To get" in a sentence and their dutch translations:
- Het is tijd om op te staan!
- Het is tijd om op te staan.
Het is tijd om op te staan.
Je moet opstaan.
Het is tijd om op te staan!
Ik heb een beetje slaap nodig.
Wil je een pak rammel?
Ik wil niet opstaan.
Ik moet wat melk halen.
Ik verwachtte niet betaald te krijgen.
Om een patent te verkrijgen,
Het is tijd om wat uit te rusten.
We werken om geld te verdienen.
Ik ben me wezen laten inenten.
- Ze willen trouwen.
- Zij willen trouwen.
We moeten ervandoor.
Het is mij gelukt om binnen te komen.
Je moet hulp krijgen.
Ik begin benieuwd te worden.
Je moet opstaan.
Ik ga binnenkort trouwen!
Je moet opstaan.
Je moet opstaan.
We moeten ervandoor.
Het wordt ruw.
- Ik moet me klaarmaken.
- Ik moet me gereedmaken.
Tom moet ervandoor.
Sami moest gehecht worden.
Sami had hechtingen nodig.
Het begint laat te worden.
Ik begin moe te worden.
Ik begin honger te krijgen.
Ik wil trouwen.
We vangen hem niet opnieuw. Ik moet dit laten behandelen.
Het is te vroeg om op te staan.
Ik begin moe te worden.
We willen niet dat hij gewond raakt.
U moet deze bus nemen om bij het museum te komen.
Daar kom ik op terug.
Laten we naar de andere kant gaan.
Ik moet snel naar de oever.
En hij kwam die documenten halen.
hij ging een drankje halen,
Om van dit ongemak af te komen,
- Ze wilde zich er niet in mengen.
- Ze wilde niet betrokken raken.
Hij probeerde om vroeg op te staan.
- Hij besloot eindelijk te trouwen.
- Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
- Hij wil een echtscheiding.
- Hij wil scheiden.
- Wilt u trouwen?
- Wil je trouwen?
Ik wil niet scheiden.
Hij stond gewoonlijk vroeg op.
Ik heb een postzegel nodig.
Ik moet een andere advocaat nemen.
Ik begon me zorgen te maken.
Iedereen had het op mij gemunt.
We moeten er echt vandoor.
Ik moet er echt vandoor.
Ik had hulp nodig.
Ik sta graag vroeg op.
Ik moet naar school gaan.
Hij moest een studiebeurs verkrijgen.
Wil je een pak rammel?
Is het makkelijk om daar te komen?
Er is geen reden boos te worden.
Ik moet bij ze zien te komen.
Ik wil niet opstaan.
Ze probeert gewoon op te vallen.
Zij wilde liefst meteen trouwen.
Ik moet enkele postzegels gaan kopen.
Wil je een pak rammel?
Tom is bang dat hij erin betrokken zal raken.
Ik wilde nooit trouwen.