Examples of using "Smokes" in a sentence and their dutch translations:
- Goeie hemel.
- Allemachtig.
- Wel verdorie.
- Potjandorie.
Tom rookt.
Mijn vader rookt.
Susan rookt nooit.
Sami rookt nog steeds.
Mijn vader rookt zelden.
Tom rookt veel.
- Zij rookt veel.
- Ze rookt veel.
- Hij rookt.
- Hij is aan het roken.
Sami rookt ook wiet.
Ze rookt twintig sigaretten per dag.
Hij rookt noch drinkt.
- Tom rookt als een ketter.
- Tom rookt als een schoorsteen.
Mijn broer rookt heel veel.
Tom rookt.
- Hemeltjelief!
- Tjonge-jonge!
- Jeminee!
- Allemachtig!
- Goeie hemel.
- Wel verdorie.
- Potjandorie.
...en dan laat ik het tien minuten liggen, de rook vult de grot...
Jane is dik en onbeschoft en rookt te veel. Maar Ken vindt haar schattig en charmant. Daarom wordt er gezegd dat liefde blind is.