Examples of using "Slept" in a sentence and their dutch translations:
Niemand sliep.
Zij sliep.
We sliepen.
Tom sliep.
Iedereen sliep.
Yanni sliep.
- Tom sliep buiten.
- Tom heeft buiten geslapen.
Tom heeft geslapen.
- Hij heeft goed geslapen.
- Ze heeft goed geslapen.
Ik heb geslapen.
Tom versliep zich.
Tom sliep diep.
- Ik heb goed geslapen vannacht.
- Ik heb vannacht goed geslapen.
Hij sliep een uur.
Ik heb veel geslapen.
- Ik heb de hele dag geslapen.
- Ik sliep de hele dag.
- Tom sliep tot dageraad.
- Tom sliep tot zonsopgang.
Mayuko heeft niet genoeg geslapen.
- Ik heb goed geslapen vannacht.
- Ik heb vannacht goed geslapen.
Ik heb geslapen als een roos.
- Tom sliep.
- Tom was aan het slapen.
Ik heb deze week al geslapen.
Ik heb met mijn baas geslapen.
Ik heb gisteren de hele dag geslapen.
Hij heeft gisteren de hele dag geslapen.
Tom heeft zich vanochtend verslapen.
Hij sliep.
Hij sliep onder een boom.
Hij sliep in het bed.
Hij heeft negen uur geslapen.
De jongen sliep acht uur.
Tom sliep in een hangmat.
- Hij sliep als een os.
- Hij sliep als een roos.
Sami sliep tot 6 uur.
Ik had maanden slecht geslapen.
De kat sliep op de tafel.
Ik sliep met mijn kleren aan.
Tom sliep twaalf uur aan één stuk.
Tom sliep op de luchtmatras.
Ik heb de hele namiddag verslapen.
Ik heb al drie dagen niet geslapen.
- Ik sliep niet.
- Ik heb niet geslapen.
- Tom sliep op de luchtmatras.
- Tom sliep op een luchtbed.
Tom sliep op het luchtbed.
Zij heeft een paar uur geslapen.
Ik heb twee dagen niet geslapen.
- Hij heeft de hele dag geslapen.
- Hij heeft de hele dag liggen slapen.
We sliepen in dezelfde kamer.
Hij heeft goed geslapen.
Ik sliep voor de tv.
Tom heeft gisterennacht in mijn huis geslapen.
Tijdens zijn slaap snurkte hij luid.
Tom sliep diep.
Ik sliep om tien uur 's avonds.
- Ze waren aan het slapen.
- Ze sliepen.
Tom sliep langer dan hij van plan was geweest.
Hij sliep in het park op een bankje.
Gisteren was het zondag, dus ik heb de hele dag geslapen.
Ik heb maar twee uur geslapen. Het is niet te verworderen dat ik slaperig ben.
Ik heb me verslapen en miste de eerste trein.
Ik heb gisteren de hele dag lang geslapen, omdat het zondag was.