Examples of using "Plans" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft plannen.
Tom heeft plannen.
Ze heeft plannen.
Maria heeft plannen.
Heb je enige plannen?
Ik heb mijn plannen opgegeven.
Heb jij plannen?
Wat zijn uw plannen voor vanavond?
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat voor plannen heb je voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?
Heb jij plannen deze avond?
Waarom heeft hij zijn plannen veranderd?
Tom is van plan er alleen te gaan.
Ik heb hoe dan ook geen plannen.
Onze plannen nemen vorm aan.
Hun plannen zijn helemaal misgegaan.
- Heb je enige plannen?
- Heb jij plannen?
Ik heb geen specifieke plannen.
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?
Dick is van plan alleen te gaan.
Wat doe jij met kerst?
Wat ben je van plan voor het weekend?
Sysko is van plan Microsoft te kopen.
- Wat voor plannen heb je vandaag?
- Wat voor plannen hebt u vandaag?
Ze zwegen over hun plannen.
Tom besprak zijn plannen met Mary.
- Tom is van plan om in Australië te gaan wonen.
- Tom is van plan om in Australië te wonen.
Onze weekendplannen waren opgeschort.
Ik heb andere plannen voor hem.
Heb je plannen voor vandaag?
Heb je plannen voor zaterdag?
Wat ben je van plan voor het weekend?
Tom zegt dat hij van plan is om in Australië te blijven.
Maar de Nederlandse regering had andere plannen.
Een ziekte dwarsboomde zijn reisplannen.
Heb jij plannen deze avond?
Tom wil daar ook heen gaan.
De mens wikt, God beschikt.
Wij bespraken onze toekomstplannen.
Wat zijn jouw plannen voor dit weekend?
Heb je plannen voor dit weekend?
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat voor plannen heb je voor het weekend?
- Ik laat Tom mijn plannen niet verijdelen.
- Ik zal Tom mijn plannen niet laten verijdelen.
Tom is van plan met Mary te gaan skiën.
Heb je morgen iets gepland?
- Wat zijn jouw plannen voor de toekomst?
- Wat zijn je plannen voor de toekomst?
- Wat zijn uw plannen voor de toekomst?
Hij heeft geen plannen voor zijn pensioen.
- Hij ontkende dat hij iets wist over hun plannen.
- Hij ontkende iets te weten over hun plannen.
Hebben jullie grootse plannen voor deze avond?
Zij is van plan het met haar vriend uit te maken.
Het spijt me, maar ik heb al andere plannen.
Tom zei dat hij geen enkel plan voor volgend weekend had.
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat voor plannen heb je voor het weekend?
moesten hun plannen stopzetten na het krijgen van doodsbedreigingen.
Leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt.
We kunnen de planning beter maar niet veranderen.
Het spreekt voor zich dat onze plannen afhangen van het weer.
Wat doe jij met kerst?
Hadden ze geweten wat er ging gebeuren, dan hadden ze hun plannen veranderd.
Leven is wat er met je gebeurt terwijl je bezig bent met andere dingen.
- Uw plannen zullen nooit tot stand komen, tenzij u ze concreter maakt.
- Jouw plannen zullen nooit tot stand komen, tenzij je ze concreter maakt.
Wat zijn uw plannen voor vanavond?
dat ze zo optimistisch kon zijn en zo vol toekomstplannen zat
Hadden ze geweten wat er ging gebeuren, dan hadden ze hun plannen veranderd.
Plannen om zich bij het familiebedrijf aan te sluiten liepen door de Franse Revolutie, toen Suchet, een
Zij is van plan het met haar vriend uit te maken.
De mens wikt, God beschikt.
We kunnen de planning beter maar niet veranderen.
Wat voor plannen hebt u vandaag?