Examples of using "Pineapple" in a sentence and their dutch translations:
Het is een ananas.
Wat een ananas!
Ik eet een ananas.
De eend eet ananas.
De eend at ananas.
Dit is een ananas.
Hou je van ananasdrankjes?
Ik eet graag ananas voor ontbijt.
Ananas is rijk aan citroenzuur.
Ik wil een ananas kopen.
Geen ananas op de pizza, alstublieft.
Ik kocht een ananas in de supermarkt.
Hoe weet je wanneer een ananas rijp is?
Hoe weet je of een ananas rijp is?
Je kunt de cocktail versieren met een kers of met ananas.
Ik eet een ananas.
Dit is de eerste keer dat ik ananasjam heb gegeten. Best lekker.
In tegenstelling tot aardbeien, is ananas ook lekker uit een blik.
Deze vrucht heeft de vorm van een sinaasappel en smaakt als een ananas.
Hoeveel kost de ananas per kilogram?
Mensen die allergisch zijn voor ananas, bananen of latex zijn waarschijnlijk ook allergisch voor kiwi's.