Examples of using "Incurable" in a sentence and their dutch translations:
- Dat is ongeneesbaar.
- Dat valt niet te genezen.
Die ziekte is onbehandelbaar.
Het is een ongeneeslijke ziekte.
- Hij werd ongeneeslijk ziek.
- Hij liep een ongeneeslijke ziekte op.
Tom is een ongeneeslijke optimist.
Ze lijdt aan een ongeneeslijke ziekte.