Examples of using "Engineer" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben ingenieur.
Ik ben ingenieur.
Bob werd ingenieur.
Ik ben chemisch ingenieur.
Ik wil ingenieur worden.
Mijn broer is ingenieur geworden.
Tom is een elektricien.
Mijn broer is ingenieur.
Ik wil ingenieur worden.
Ik wil ingenieur worden.
Jorge Heraud is een in Peru geboren ingenieur
Of zijn ze bezig met kleine afstanden in plaats van grote.
Zij kreeg een baan als opname-ingenieur.
Adel is zowel metroloog als satellietingenieur
Mijn vader werkt in de fabriek als een ingenieur.
Ik wilde kernfysicus worden, gespecialiseerd in plasmafysica