Translation of "Dizzy" in Dutch

- I feel dizzy.
- I'm dizzy.

Ik voel me duizelig.

- I feel dizzy.
- I'm feeling dizzy.
- I am feeling dizzy.

Ik voel me duizelig.

- They were dizzy.
- They felt dizzy.

Ze werden duizelig.

- I feel dizzy.
- I'm feeling dizzy.
- I am feeling dizzy.
- I'm dizzy.
- I feel light-headed.

Ik voel me duizelig.

- I feel dizzy.
- I'm feeling confused.
- I'm feeling dizzy.
- I am feeling dizzy.

Ik voel me duizelig.

- I'm feeling dizzy.
- I'm dizzy.
- I feel giddy.

Mijn hoofd draait.

I was dizzy.

Ik was duizelig.

I'm still dizzy.

Ik ben nog steeds duizelig.

They don't feel dizzy.

Ze voelen zich niet duizelig.

I felt dizzy when I got up.

Ik voelde me duizelig toen ik op stond.

Does Tom ever get carsick or dizzy?

Wordt Tom ooit wagenziek or duizelig?

I feel dizzy every time I get up.

- Ik voel me duizelig elke keer als ik opsta.
- Telkens wanneer ik recht sta, voel ik mijn hoofd draaien.

I just felt a little dizzy. That's all.

Ik voelde me alleen een beetje duizelig. Dat is alles.

Do you often become dizzy if you get up from bed quickly?

- Wordt u vaak duizelig als u snel uit bed opstaat?
- Raak je vaak duizelig als je snel uit bed opstaat?

"I feel sort of dizzy." "You look pale. You'd better take a day off."

"Ik voel me een beetje duizelig." "Je ziet er nogal bleek uit. Je kunt een dag vrij nemen."