Examples of using "Dare" in a sentence and their dutch translations:
Hoe durf je!
Waag het niet!
Je bent niet bekwaam.
Je zult het niet wagen.
Als je durft!
Hoe durft hij!
Hoe durf je dat te zeggen.
Heeft hij de moed om alleen te gaan?
Hoe durft hij nog klagen?
Hoe durf je dat te zeggen.
Hij durfde niets te zeggen.
Vrees mij, als je durft!
Ik heb niet durven kijken.
Hoe durf je aan mij te twijfelen!
Ik durf zeggen dat hij onschuldig is.
Ik durf te zeggen dat hij gelijk heeft.
Dat zou ik nooit durven doen.
- Durf je hem naar dat ongeval te vragen?
- Durf je hem vragen te stellen over dat ongeval?
- Hij durfde niet over de beek springen.
- Hij durfde niet over de beek te springen.
Hoe durf je zoiets zeggen?
- Tom durfde niet naar Maria te kijken.
- Tom durfde Maria niet aan te kijken.
Wie zou zoiets durven doen?
Hoe durft ge hem dat aandoen!
Hoe durft ge haar dat aandoen!
Ik daag je uit om de rivier over te steken.
Ik durf hem zoiets niet zeggen.
Hij dorst zich daar niet meer te laten zien.
Hoe durf je mijn huis te betreden zonder toestemming!
Hoe durf jij je gezicht hier te laten zien?
Hoe durf je me zoiets te zeggen.
De gierzwaluwen cirkelen zo lang ze durven.
Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen?
Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen!
Hij durfde niet over de beek springen.
Michale glimlachte, wilde iets zeggen, maar durfde niet.
Het afnemende licht vormt een bondgenoot voor een jager. Gnoes wagen het niet om te slapen.
Alleen de grootste dieren durven zo'n open plek te bezoeken in het donker.
“Hoe durf je me naar het eind van deze zin te verbannen?” vroeg Tom.
te durven zien dat een dier gedood werd om als maaltijd te dienen.