Examples of using "Cousins" in a sentence and their dutch translations:
- Wij zijn neven en nichten.
- Wij zijn neven.
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
- Niemand weet dat wij neven zijn.
- Niemand weet dat wij nichten zijn.
Ik heb drie neven.
- Ik heb twee nichtjes.
- Ik heb twee neefjes.
Die twee jongens zijn neven van elkaar.
Mieren en giraffen zijn verre neven.
Mijn neven en nichten wonen allemaal in Australiƫ.
Ze zijn neven, als ik het me goed herinner.
die we kunnen beschouwen als hun neven en nichten.
Wist je dat Tom en Maria neef en nicht waren?
Ik heb twee neefjes.
Ik wist niet dat Tom en Maria neef en nicht waren.
Ik denk dat Tom en Maria neef en nicht zijn.
Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.
...kunnen in de nachtwereld kijken van onze verre neven.
Sami en zijn neven zaten samengepropt in een hotelkamer.
Mieren en giraffen zijn verre neven.
Tom heeft meer dan dertig neven en nichten, waarvan hij er sommige nooit ontmoet heeft.
- Ik heb twee nichtjes.
- Ik heb twee neefjes.