Examples of using "Clay" in a sentence and their dutch translations:
We gingen kleiduiven schieten.
Tom schoot de kleiduif neer.
- De hitte van de zon verhardt klei.
- De warmte van de zon maakt de klei hard.
- U hebt de klei in een vaas gevormd.
- Jullie hebben de klei in een vaas gevormd.