Examples of using "Cart" in a sentence and their dutch translations:
Kan ik deze winkelwagen gebruiken?
Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
Laten we het paard niet achter de wagen spannen.
Kan ik deze winkelwagen gebruiken?
- Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
- Je moet niet op de zaken vooruitlopen.