Translation of "Brushing" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Brushing" in a sentence and their dutch translations:

- She is brushing her hair.
- She's brushing her hair.

Ze borstelt haar haar.

- Tom is brushing his teeth.
- Tom's brushing his teeth.

Tom poetst zijn tanden.

- I am brushing my hair.
- I'm brushing my hair.

Ik ben mijn haar aan het borstelen.

She's brushing her hair.

Ze borstelt haar haar.

He is brushing his hair.

- Hij borstelt zijn haar.
- Hij is zijn haar aan het borstelen.

Tom is brushing his teeth.

Tom poetst zijn tanden.

Are you brushing your teeth properly?

Poetst ge goed uw tanden?

Why are you brushing your teeth?

Waarom poetst u uw tanden?

Yesterday I went to bed without brushing my teeth.

Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.

- She brushes her teeth.
- She is brushing her teeth.

Zij poetst haar tanden.

Last night, I went to bed without brushing my teeth.

Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.

You ought to get into the habit of brushing your teeth after every meal.

Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.

"Yes," Dima replied, brushing off a piece of half-eaten fish that had gotten stuck to his right sleeve. "I'd like to buy that one there."

"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."