Examples of using "Brushing" in a sentence and their dutch translations:
Ze borstelt haar haar.
Tom poetst zijn tanden.
Ik ben mijn haar aan het borstelen.
Ze borstelt haar haar.
- Hij borstelt zijn haar.
- Hij is zijn haar aan het borstelen.
Tom poetst zijn tanden.
Poetst ge goed uw tanden?
Waarom poetst u uw tanden?
Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.
Zij poetst haar tanden.
Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."