Translation of "Bag" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Bag" in a sentence and their dutch translations:

- Here is your bag.
- Here's your bag.

Hier is jouw tas.

- Whose bag is this?
- Whose is this bag?

Van wie is deze tas?

- Is this Tom's bag?
- Is this bag Tom's?

Is dit Toms tas?

- This bag is not small.
- This bag isn't small.

Deze tas is niet klein.

Would you like a plastic bag or a paper bag?

- Wilt u een plastieken zak of een papieren zak?
- Wil je een plastieken zak of een papieren zak?

- Is that black bag yours?
- That black bag is yours?

- Is die zwarte zak van jou?
- Is deze zwarte tas van u?

Which bag is yours?

- Welke zak is van jou?
- Welke tas is van jou?

I purchased one bag.

Ik heb één zak gekocht.

The bag wasn't mine.

De tas was niet van mij.

Whose bag is this?

Van wie is die rugzak?

Whose is this bag?

Van wie is deze tas?

I want that bag.

Ik wil die handtas.

What's in this bag?

Wat zit er in deze tas?

I need a bag.

Ik heb een tas nodig.

That bag is mine.

Die tas is van mij.

My bag was stolen.

Men heeft mijn tas gestolen.

What's in the bag?

Wat zit er in de zak?

This bag is mine.

Deze tas is van mij.

That's my gym bag.

Dat is mijn sporttas.

My bag is empty.

Mijn tas is leeg.

Give me your bag.

- Geef me jouw tas.
- Geef me uw tas.
- Geef me jullie tas.

Please open your bag.

Open uw tas alstublieft.

They stole my bag.

Ze hebben mijn tas gestolen.

Tom checked his bag.

- Tom controleerde zijn tas.
- Tom checkte zijn tas.

I want my bag.

Ik wil mijn tas.

- Which bag is yours?
- Which is your bag?
- Which cup is yours?

Welke tas is van jou?

Somebody took away my bag.

Iemand heeft mijn zak weggenomen.

I can't find my bag.

Ik kan mijn tas niet vinden.

I have an ice bag.

Ik heb een ijszak.

That black bag is yours?

Is die zwarte zak van jou?

My bag is very heavy.

Mijn tas is heel zwaar.

Which one is your bag?

Welke zak is van jou?

His bag was stolen yesterday.

Zijn zak is gisteren gestolen.

Is this black bag yours?

- Is deze zwarte tas van jullie?
- Is deze zwarte tas van u?

My bag is over there.

Mijn tas is daar.

Tom looked in his bag.

Tom keek in zijn tas.

This bag is not small.

Deze rugzak is niet klein.

- Holy cow!
- Holy bag of straw!

- Hemeltjelief!
- Tjonge-jonge!
- Jeminee!
- Mijn hemel!
- Allemachtig!
- Goeie hemel.
- Wel verdorie.
- Potjandorie.

Can I have a paper bag?

Mag ik een papieren tas?

Can I leave my bag here?

Kan ik mijn tas hier laten?

The keys were in my bag.

De sleutels zaten in mijn tas.

There's another one in my bag.

- Ik heb nog een in mijn tas.
- Er zit nog eentje in mijn tas.

He robbed me of my bag.

Hij heeft mijn handtas gestolen.

Is this bag yours or his?

Is dit jouw tas of de zijne?

Tom filled his bag with walnuts.

Tom vulde zijn tas met walnoten.

Mary filled her bag with walnuts.

Maria vulde haar tas met walnoten.

He filled his bag with walnuts.

Hij vulde zijn tas met walnoten.

She filled her bag with walnuts.

Zij vulde haar tas met walnoten.

Tom was carrying a gym bag.

Tom droeg een gymtas.

Tom's dog ate a plastic bag.

Toms hond heeft een plastic zakje opgegeten.

Can I have a doggy bag?

Mag ik een doggybag?

Where's the bag with the oranges?

Waar is de zak met de perssinaasappels?

There is a bag on the desk.

Er staat een tas op het bureau.

He carries a bag on his back.

Hij draagt een tas op zijn rug.

What did Tom put into the bag?

Wat stopte Thomas in de zak?

What have you got in your bag?

Wat heb je in je zak?

What have you done with my bag?

Wat heb je met mijn tas gedaan?

Tom left Mary's bag in the car.

Tom heeft Maria's tas in de auto gelaten.

Don't put the child into the bag!

Stop geen baby in een zak!

Tom searched his bag for a pencil.

Tom doorzocht zijn tas voor een potlood.