Examples of using "At " in a sentence and their dutch translations:
Kom uiterlijk om zes uur.
Plaats rust!
Kijk me aan.
Kijk eens aan!
Francis kwam om zes uur bij Galeao aan.
Kijk eens naar dit.
Helemaal niet.
Ik ben thuis.
Sta bij het station om 11 uur precies.
Op school.
- Maak het je gemakkelijk!
- Plaats rust!
Was je toen op school?
Ik ben thuis.
We zijn in oorlog.
Ze is thuis.
Mam is op het werk.
Kom om twee uur.
Hij is thuis.
Hij kwam in het station aan om vijf uur.
Kijk naar hem.
We zijn thuis.
De school begint om negen uur.
Hij is thuis.
Zorg dat ge om elf uur precies in het station zijt.
Vekka yðr bij víni né bij vífs rúnum,
Kijk naar deze foto.
Wees precies om elf uur bij het treinstation.
Schreeuw niet tegen me.
- Bekijk dit huis.
- Kijk eens naar dat huis.
Opvoeding begint thuis.
- Men kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn.
- Je kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn.
- Ik sta tot uw beschikking.
- Ik sta voor u klaar.
- Ik sta tot je beschikking.
- Ik sta tot jullie beschikking.
Doe alsof je thuis bent.
Ik ben helemaal niet goed in Duits.
Zij is noch in huis noch op school.
Iedereen lachte hem uit.
Op school was ik tamelijk goed in talen.
Hij gaf mij een knipoog.
Om acht uur zal ik bij u thuis zijn.
Nee, helemaal niet.
Tom is noch thuis noch op school.
Kijk eens naar dit.
We zijn vandaag thuis.
Ik werd uitgelachen vandaag op school.
Waar kijk je naar?
Iedereen kijkt naar mij.
Ik kom u bij u ophalen om vijf uur.
Ik heb geen greintje angst.
Staren naar schermen...
Kijk dan.
nederlaag bij Alcañiz.
nederlaag van Napoleon bij Waterloo.
Wiens schuld is het?
- Kijk naar me!
- Kijk me aan!
Tot uw dienst.
Kijk eens!
Het is thuis.
Niemand thuis?
Kijk naar hem.
Bij mijn zus.
Kom onmiddellijk terug.
Kijk me aan.
- Helemaal niet!
- Verre van!
Hij is thuis.
Kijk ons aan.
We zijn thuis.