Examples of using "All the" in a sentence and their dutch translations:
Het is allemaal hetzelfde!
Dood alle zombies.
Wie heeft alle koekjes opgegeten?
De vandalen hebben al de ramen ingeslagen en al de vuilnisbakken omgekieperd.
Het is het nieuwste snufje.
Doe alle ramen dicht!
Dat gebeurt de hele tijd.
Dood alle zombies.
- Waarom al die heisa?
- Waar maakt men zich zo druk om?
- Waarvoor al die opwinding?
Al de studenten studeren Engels.
Wie heeft alle koekjes opgegeten?
Al het eten was weg.
De hele bemanning was moe.
Alle jongens genoten van het skiën.
Alle leden waren aanwezig.
- Toch bedankt!
- Hoe dan ook bedankt!
- In ieder geval bedankt!
Van alle gekke ideeën!
Al het vlees was slecht.
Alle mannen zijn ijverig.
Ik heb al het geld uitgegeven.
Wie heeft alle taarten opgegeten?
Zijn ze allemaal gelijk?
Al de studenten studeren Engels.
Alle bussen zijn vol.
- Al de dozen zijn leeg.
- Al de kassa's zijn leeg.
Alle jongens dansten.
Al het vlees was slecht.
Wie heeft alle koekjes gegeten?
Alle studenten zijn aanwezig.
Ik loop de hele tijd te niesen.
Zijn alle cafés gesloten?
Ze heeft de hele nacht geweend.
Het maakt al het verschil.
Alle honden zijn levend.
En de stoute kinderen straft.
Mannen zijn ook allemaal hetzelfde!
Er gebeuren de hele tijd ongelukken.
Ik ben hier de hele tijd.
De hele wereld spreekt Engels.
Tom klaagt voortdurend.
We praten de hele tijd.
Alle meisjes houden van Tom.
Alle zitplaatsen zijn gereserveerd.
Alle telefoons gingen.
Wie heeft alle druiven gegeten?
Hij loste al zijn problemen op.
Tom heeft al het melk opgedronken.
Alle ingrediënten zijn biologisch.
Alle ramen zijn gesloten.
We ruziën de hele tijd.
Iedereen is hetzelfde.
- Zij heeft alles opgegeten.
- Ze heeft alles opgegeten.
Gebruik niet al het warme water.
Plots gingen alle lichten uit.
Ik denk de hele tijd aan jullie.
Al de jongens zijn even oud.
Ze begreep al die drukte niet.
Al de verwevenheid van verwante situaties.