Translation of "Kunnen" in Turkish

0.010 sec.

Examples of using "Kunnen" in a sentence and their turkish translations:

- Wij kunnen!
- We kunnen!

Yapabiliriz!

- Wij kunnen u beschermen.
- Wij kunnen je beschermen.
- Wij kunnen jullie beschermen.

- Seni koruyabiliriz.
- Sizi koruyabiliriz.

- Er kunnen overlappingen ontstaan.
- Overlappingen kunnen zich voordoen.
- Er kunnen overlappingen optreden.

Çakışma olabilir.

kunnen we leren hoe we ervan kunnen profiteren.

onlardan en iyi şekilde yararlanmayı öğrenebiliriz.

- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.

Sana yardım edebiliriz.

- Dat zou waar kunnen zijn.
- Dat zou kunnen.

O gerçek olabilir.

En we kunnen.

İşte hazırız.

Het zou kunnen.

Öyle olabilir.

Honden kunnen zwemmen.

Köpekler yüzebilir.

Kunnen we praten?

Konuşabilir miyiz?

Kunnen olifanten niezen?

Filler hapşırabilir mi?

Kunnen mensen veranderen?

İnsanlar değişebilir mi?

Boten kunnen zinken.

Tekneler batabilir?

Zij kunnen vissen.

Onlar balık tutabilirler.

Jullie kunnen het.

Onu yapabilirsiniz.

Wij kunnen uitrusten.

Dinlenebiliriz.

Ze kunnen zingen.

Onlar şarkı söyleyebilirler.

We kunnen horen.

Duyabiliriz.

We kunnen helpen.

Yardım edebiliriz.

Zij kunnen helpen.

Onlar yardım edebilirler.

Kunnen we helpen?

Yardım edebilir miyiz?

Kunnen we stoppen?

Durabilir miyiz?

Kunnen konijnen zwemmen?

Tavşanlar yüzebilir mi?

We kunnen zwemmen.

Nasıl yüzeceğimizi biliyoruz.

Kunnen vogels ruiken?

Kuşlar koku alabilir mi?

Mensen zouden kunnen verhongeren en regeringen zouden kunnen vallen.

İnsanlar açlık çekebilir ve hükümetler düşebilir.

- We kunnen beter opschieten.
- We kunnen ons beter haasten.

Acele etsek iyi olur.

- We kunnen dit oplossen.
- We kunnen een oplossing vinden.

Bunu halledebiliriz.

- Je had het kunnen doen.
- U had het kunnen doen.
- Jullie had het kunnen doen.

Onu yapabilirdin.

- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?

Tekrar eder misiniz?

- Zou je even kunnen wachten?
- Zou u even kunnen wachten?

- Birkaç dakika bekler misiniz?
- Birkaç dakika beklemenizin bir sakıncası var mı?

- Ze kunnen je niet zien.
- Ze kunnen u niet zien.

Onlar seni göremezler.

- Zij kunnen instaan voor Tom.
- Zij kunnen voor Tom instaan.

Onlar Tom için kefil olabilir.

- Daar had ik kunnen intrappen.
- Je had mij kunnen misleiden.

Beni kandırabilirdin.

- Kunnen we buiten wat praten?
- Kunnen we wat buiten praten?

Dışarıda biraz konuşabilir miyiz?

- Hoe kunnen we dat voorkomen?
- Hoe kunnen wij dat voorkomen?

Onu nasıl önleyebiliriz?

- Zou je het kunnen doen?
- Zou jij het kunnen doen?

Onu yapabilir misin?

- We kunnen op hem rekenen.
- We kunnen rekenen op hem.

Ona güvenebiliriz.

- Ze kunnen haar niet tegenhouden.
- Ze kunnen haar niet stoppen.

Onu durduramazlar.

Wat kunnen we doen?

Peki ne yapabiliriz?

We kunnen dit, mensen.

Bunu yapabiliriz.

Hoe kunnen we dit?

Ama bunu nasıl yapabiliyoruz?

Hier zou het kunnen.

Burası olabilir, bakın.

We kunnen hier weg.

Buradan gidiyoruz.

We geleidelijk kunnen slagen.

adım adım başarılı olabiliriz.

Eindelijk kunnen ze eten.

Nihayet beslenebilecekler.

...en kunnen ze verder.

...harekete geçiyorlar.

Dit kunnen we realiseren

Bunu,

Struisvogels kunnen niet vliegen.

Devekuşları uçamazlar.

Hij zou het kunnen.

O onu yapabilirdi.

Zij kunnen Spaans spreken.

Onlar İspanyolca konuşabilir.

Kunnen we nu praten?

Şimdi konuşabilir miyiz?

Zij kunnen Engels spreken.

Onlar İngilizce konuşabilirler.

Misschien kunnen we praten.

Belki konuşabiliriz.

Ze kunnen allemaal rijden.

Onların hepsi araba sürebilir.

Kunnen alle vogels vliegen?

Bütün kuşlar uçabilir mi?

Kunnen we daarheen gaan?

Oraya gidebilir miyiz?

Wij kunnen Tom helpen.

Tom'a yardım edebiliriz.

Je had kunnen verdrinken!

Sen boğulabilirdin.

Kunnen we later praten?

Daha sonra konuşabilir miyiz?

Kunnen we het geloven?

Ona inanabilir miyiz?

Waar kunnen we telefoneren?

Nerede telefon açabiliriz?

Jullie kunnen beter ophoepelen.

Siz harekete geçseniz iyi olur.

Ze kunnen niet werken.

Onlar iş yapamazlar.

Wanneer kunnen we eten?

Biz ne zaman yiyebiliriz?

Jullie kunnen niet zwemmen.

Siz yüzemezsiniz.

Kunnen planten pijn voelen?

Bitkiler ağrı hissedebilir mi?

Misschien kunnen we helpen.

Belki yardım edebiliriz.

We kunnen misschien samenwerken.

Belki işbirliği yapabiliriz.

Kunnen jullie ons helpen?

Bize yardım edebilir misin?

We kunnen erover praten.

- Onun hakkında konuşabiliriz.
- Bu konuda konuşabiliriz.

Jullie kunnen leren zwemmen.

Yüzme öğrenebilirsiniz.

We kunnen contant betalen.

Nakit ödeyebiliriz.

We kunnen vanavond beginnen.

Bu gece başlayabiliriz.

Kunnen we daar vissen?

Orada balık avlayabilir miyiz?

Kunnen gebruikersnamen veranderd worden?

Kullanıcı adı değiştirilebiliyor mu?

Zij kunnen het doen.

Bunu yapabilirler.

We kunnen wel zonder.

O olmadan yapabiliriz.

We kunnen beter gaan.

Gitsek iyi olur.

Wanneer kunnen jullie beginnen?

Ne zaman başlayabilirsiniz?

Ik had kunnen helpen.

Yardım edebilirdim.

Je had kunnen rennen.

Çalışabilirdin.