Translation of "Betaalt" in Spanish

Wie betaalt?

- ¿Quién va a pagar?
- ¿Quién paga?

Wie betaalt er?

¿Quién cuenta?

- Hij betaalt met een bankkaart.
- Hij betaalt met een pinpas.

Paga con tarjeta de crédito.

En wie betaalt de prijs?

¿Y quién paga el precio?

Hij betaalt met een creditcard.

Paga con tarjeta de crédito.

- Tom betaalt.
- Tom zal betalen.

Tom pagará.

U betaalt me erg goed.

Vosotros me pagáis muy bien.

- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.

Si me compras un helado, te doy un beso.

"O, het is veel meer," glimlachte Dima. "Maar eigenlijk is dit een collect call. Dus jij bent de noob, want jij betaalt."

—Oh, mucho más —sonrió Dima—. Pero de hecho, ésta es una llamada a cobro revertido. Así que tú eres el novato, porque tú eres el que paga.

- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.

Si me compras un helado, te doy un beso.