Translation of "Tijd" in Japanese

0.008 sec.

Examples of using "Tijd" in a sentence and their japanese translations:

Wat betekent „van tijd tot tijd”?

「時々」って何?

- Heeft u tijd?
- Heb je tijd?

- 時間がありますか。
- お時間がありますか。

Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.

はい、それは時々起こります。

We gaan van tijd tot tijd vissen.

私たちは時々魚釣りに行く。

- Tijd verstrijkt snel.
- De tijd vliegt voorbij.

時が経つのははやい。

- De tijd raakt op.
- De tijd dringt.

時間が無くなってきた。

- Heb je overmorgen tijd?
- Heeft u overmorgen tijd?
- Hebben jullie overmorgen tijd?

あさって、時間がありませんか。

- Uw tijd is op.
- Je tijd is om.

- 君のもち時間はもう終わりです。
- 時間切れです。

- We hebben nog tijd.
- Er is nog tijd.

まだ時間がある。

- De tijd vloog snel.
- De tijd vloog voorbij.

時間はあっという間に過ぎた。

- Alles op zijn tijd.
- Alles op z'n tijd.

どんなものにも潮時がある。

Van tijd tot tijd maken we een ritje.

時々私たちはドライブに出かける。

Van tijd tot tijd belt hij me nog.

彼は今でも時々電話をくれる。

De tijd dringt.

時間はないぞ

De tijd vliegt.

- 時早く過ぎる。
- 時は飛ぶように過ぎる。
- 時のたつのは早いものだ。

Neem de tijd.

- ゆっくり時間を掛けなさい。
- ゆっくりやってくれ。
- ゆっくりどうぞ。

Geef me tijd.

時間をください。

Verlies geen tijd.

時間を浪費してはいけない。

Tom verspilt tijd.

トムは時間を無駄にしている。

Heeft u tijd?

お時間がありますか。

Wees op tijd.

時間に遅れないで。

Geef hem tijd.

彼を長い目で見てやりなさい。

Tijd is geld.

時は金なり。

Tijd verstrijkt snel.

時が経つのははやい。

Ik heb tijd.

私は時間がある。

Is het tijd?

時間なの?

We hebben tijd.

私たちには時間がある。

- De tijd loopt.
- We hebben geen tijd te verliezen.

時間がもったいない。

- Zij spijbelen de hele tijd.
- Ze spijbelen de hele tijd.

彼らはいつも学校をサボっています。

- Ze praatte de hele tijd.
- Ze sprak de hele tijd.

彼女はいつもしゃべってばかりいた。

- We hebben echt geen tijd.
- Wij hebben echt geen tijd.

私たちには本当に時間がありません。

Focus kan tijd opleveren.

集中力は時間の短縮になります

Tijd voor een beslissing.

決めてくれ

De tijd raakt op.

時間はありません

In die laatste tijd,

その究極の段階で

Heb je dinsdag tijd?

火曜日はお暇ですか。

De tijd is om.

- もう終わりです。
- 時間終了。
- はい、そこまで。

We hebben geen tijd.

- もう時間はない。
- うちらには時間がないんだよ。

Wij hebben genoeg tijd.

時間は十分にある。

We hebben veel tijd.

時間はたくさんあります。

We hebben genoeg tijd.

- 時間はたっぷりあります。
- 私たちは時間がたくさんある。

Ik heb geen tijd.

- 私は時間がない。
- 私には時間がありません。
- 時間がありません。

Heb je nu tijd?

いま暇?

Hadden we maar tijd.

私達に時間が有ればよかったのにと思うよ。

De tijd vliegt voorbij.

時は速やかにすぎてゆく。

Mijn tijd raakt op.

私の時間は切れかかっている。

Vanavond heb ik tijd.

今夜は暇です。

Alles heeft zijn tijd.

明日は明日の風が吹く。

Hebt ge even tijd?

ちょっとお時間よろしいですか?

Ik heb nu tijd.

私は今暇です。

- Het vliegtuig steeg op tijd op.
- Het vliegtuig vertrok op tijd.

飛行機は定刻に離陸した。

- Niets zo waardevol als de tijd.
- Niets is zo kostbaar als tijd.

時間ほど貴重な物はない。

- Ik verloor de tijd uit het oog.
- Ik ben de tijd vergeten.

時間がたつのを忘れてしまった。

tijd doorgebracht op het strand

ビーチで過ごした時間

Tijd om te gaan slapen.

寝る時間だ

En meer dan genoeg tijd.

たくさんの時間です

Deed niets gedurende een tijd,

しばらくじっとしていましたが

Het is tijd voor actie.

‎あのオスが行動する

Tijd om zich te verzamelen.

‎集合する時間だ

Tijd om uit te laden.

‎巣穴に帰る

Ik heb zoveel tijd gestoken

私は長年抗ってきた

Tijd om te groeien, mensen.

成長しようぜ みんな

tijd van de Franse Revolutie.

フランス革命の時までに 上級軍曹でした 。

Ze praatte de hele tijd.

彼女はいつもしゃべってばかりいた。

We hebben nog tijd genoeg.

まだたっぷり時間はあります。

Je kwam precies op tijd.

ちょうど良い時に来てくれたね。

De trein vertrok op tijd.

列車は定刻通りに出た。

Onze trein kwam op tijd.

私たちの列車は時間通りに到着しました。

Ze komt nooit op tijd.

彼女は時間どおりこない。

Je komt precies op tijd.

ちょうど良い時に来てくれたね。

Hij kwam niet op tijd.

彼は時間に来なかった。

De tijd heelt alle wonden.

時はすべての傷を癒してくれる。

Niets is belangrijker dan tijd.

時間ほど大切な物はない。