Translation of "Waart" in German

0.015 sec.

Examples of using "Waart" in a sentence and their german translations:

Waart gij gisteravond thuis?

- Warst du gestern Abend zu Hause?
- Warst du gestern Abend zuhause?

Waart gij thuis gisternacht?

Waren Sie gestern Nacht zu Hause?

Waar waart ge toch?

Wo warst du denn?

- Waar was je toch?
- Waar waart ge toch?

Wo warst du denn?

- Waart ge gisteren thuis?
- Was je gisteren thuis?

Warst du gestern zu Hause?

Ik wist niet dat ge in deze stad waart.

- Ich wusste nicht, dass du in der Stadt bist.
- Ich wusste nicht, dass ihr in der Stadt seid.
- Ich wusste nicht, dass Sie in der Stadt sind.

Een spook waart door Europa – het spook van het communisme.

Ein Gespenst geht um in Europa: Das Gespenst des Kommunismus.

Er waart een spook rond door Europa - het spook van het communisme.

Ein Gespenst geht um in Europa – das Gespenst des Kommunismus.

- Ik wist dat ik op je kon rekenen.
- Ik wist dat ge betrouwbaar waart.

Ich wusste, auf dich ist Verlass.