Translation of "Londen" in German

0.013 sec.

Examples of using "Londen" in a sentence and their german translations:

Ik ben in Londen.

Ich bin in London.

Ben ik in Londen?

Bin ich in London?

- Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
- Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

Wann seid ihr aus London zurückgekommen?

Londen grenst aan de Theems.

London liegt an der Themse.

Wanneer ben je in Londen?

Wann bist du in London?

Ik kwam aan in Londen.

Ich kam in London an.

Ik wil naar Londen gaan.

Ich möchte nach London gehen.

Londen werd verscheidene keren gebombardeerd.

- London wurde mehrmals bombardiert.
- London wurde einige Male bombardiert.

Londen is hun tweede thuis.

- London ist ihr zweites Zuhause.
- London ist ihre zweite Heimat.

Wanneer was je in Londen?

Wann bist du in London gewesen?

- In vergelijking met Tokio is Londen klein.
- Vergeleken met Tokio is Londen klein.

Im Vergleich zu Tokio ist London klein.

Londen is de hoofdstad van Engeland.

- London ist die Hauptstadt von England.
- London ist die Hauptstadt Englands.

Er zijn veel parken in Londen.

In London gibt es viele Parks.

De trein kwam aan in Londen.

- Der Zug kam in London an.
- Der Zug erreichte London.

Hij ging in 1970 naar Londen.

- Er ging 1970 nach London.
- Er ist 1970 nach London gegangen.

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

Ich bin zwei Mal in London gewesen.

Wanneer bent u teruggekomen van Londen?

Wann seid ihr aus London zurückgekommen?

Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.

Er ist vorgestern nach London abgereist.

Ik was vorige maand in Londen.

Ich war letzten Monat in London.

Wanneer ben je naar Londen gegaan?

Wann bist du nach London gefahren?

Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

Wann bist du aus London zurückgekehrt?

Is dit de trein naar Londen?

Ist das der Zug nach London?

Vergeleken met Tokio is Londen klein.

Im Vergleich zu Tokio ist London klein.

Londen is klein vergeleken met Tokio.

London ist, verglichen mit Tokyo, kleiner.

Ik ga deze zomer naar Londen.

Ich fahre diesen Sommer nach London.

- Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Londen.
- Ik heb haar leren kennen in Londen.

Ich habe sie das erste Mal in London getroffen.

Hoe laat is het nu in Londen?

Wie spät ist es jetzt in London?

Wat was je eerste indruk van Londen?

Was war dein erster Eindruck von London?

Bell woonde vroeger in Londen, of niet?

Bell lebte in London, oder?

Hij woont in de buitenwijken van Londen.

Er lebt im Vorortgebiet von London.

In vergelijking met Tokio is Londen klein.

Im Vergleich zu Tokio ist London klein.

Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.

Letztes Jahr sind wir nach London gegangen.

We zijn twee weken in Londen gebleven.

Wir haben uns zwei Wochen in London aufgehalten.

Ze was twee jaar geleden in Londen.

Sie war vor zwei Jahren in London.

Hij was twee jaar geleden in Londen.

Er war vor zwei Jahren in London.

De stad ligt ten westen van Londen.

Die Stadt liegt westlich von London.

Ik heb haar leren kennen in Londen.

Ich habe sie das erste Mal in London getroffen.

We toonden hem enkele foto's van Londen.

Wir zeigten ihm ein paar Fotos von London.

Je bent drie keer in Londen geweest.

Du bist drei Mal in London gewesen.

Dat is op ongeveer 133 kilometer van Londen.

Es ist ungefähr 133 Kilometer von London entfernt.

Morgen rond deze tijd zijn we in Londen.

- Morgen um diese Zeit werden wir in London sein.
- Morgen um diese Zeit sind wir in London.

Ik heb een vriend die in Londen woont.

Ich habe einen Freund, der in London lebt.

Londen is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk.

London ist die Hauptstadt des Vereinigten Königreichs.

Hij woonde in Londen toen de oorlog uitbrak.

Er lebte in London als der Krieg ausbrach.