Translation of "Gesloten" in German

- De deuren waren gesloten.
- De deur was gesloten.

- Die Türen waren geschlossen.
- Die Tür war geschlossen.
- Die Tür war zu.

- De zaak wordt gesloten.
- De zaak is gesloten.

- Der Fall ist erledigt.
- Der Fall ist abgeschlossen.

Disneyland is gesloten.

Disneyland ist geschlossen.

De chromatoforen zijn gesloten

Die Chromatophore sind geschlossen

De luchthaven is gesloten.

Der Flughafen ist geschlossen.

De brug is gesloten.

Die Brücke ist gesperrt.

Het venster is gesloten.

Das Fenster ist zu.

De deur was gesloten.

Die Tür blieb geschlossen.

De deuren waren gesloten.

Die Türen waren geschlossen.

Het restaurant is gesloten.

Das Restaurant ist geschlossen.

We zijn vandaag gesloten.

Wir haben heute geschlossen.

Ik heb het gesloten.

- Ich hab es zugemacht.
- Ich hab sie zugemacht.
- Ich hab ihn zugemacht.

De slagerij is gesloten.

Die Fleischerei ist geschlossen.

We zijn morgen gesloten.

- Wir haben morgen geschlossen.
- Wir haben morgen zu.

Het museum is nu gesloten.

- Das Museum ist jetzt geschlossen.
- Das Museum ist nun geschlossen.

Heeft u de deur gesloten?

- Hast du die Tür zugemacht?
- Hast du die Tür geschlossen?

Het museum is zondags gesloten.

Das Museum ist sonntags geschlossen.

De deur is nu gesloten.

Die Tür ist jetzt zu.

De meeste winkels waren gesloten.

Die meisten Läden waren geschlossen.

Het metrostation is vandaag gesloten.

Die U-Bahn-Station ist heute geschlossen.

Dit restaurant is nooit gesloten.

Dieses Restaurant ist nie geschlossen.

De deur was van buitenaf gesloten.

Die Tür war von außen verschlossen.

Hij stond daar met gesloten ogen.

Er stand dort mit geschlossenen Augen.

Hij klopte op de gesloten deur.

Er klopfte an die geschlossene Tür.

Spijtig genoeg, was de winkel gesloten.

- Leider war das Geschäft geschlossen.
- Leider war der Laden geschlossen.

De deur was van binnenaf gesloten.

Die Tür war von innen verschlossen.

Hij stond voor een gesloten deur.

Er fand die Tür verschlossen vor.

De winkels zijn op zondag gesloten.

Die Geschäfte sind sonntags geschlossen.

De brug is voor het verkeer gesloten.

Die Brücke ist für den Straßenverkehr gesperrt.

De grens tussen beide buurlanden blijft gesloten.

Die Grenze zwischen den beiden Nachbarländern bleibt geschlossen.

Het vliegveld was wegens de mist gesloten.

Der Flughafen wurde wegen des Nebels gesperrt.

Alle deuren van het huis waren gesloten.

Alle Türen des Hauses waren zu.

Ik heb alle zes de vensters gesloten.

Ich habe die sechs Fenster geschlossen.

De dierentuin was op Eerste Kerstdag gesloten.

Der Zoo war am Weihnachtstag geschlossen.

Hij beluisterde de muziek met gesloten ogen.

- Er lauschte der Musik mit geschlossenen Augen.
- Er hörte der Musik mit geschlossenen Augen zu.

De school was gesloten wegens een bommelding.

Die Schule wurde wegen einer Bombendrohung geschlossen.

Duitsland heeft een verbond met Italië gesloten.

Deutschland ging ein Bündnis mit Italien ein.

De school is gesloten voor de kerstvakantie.

Die Schule bleibt während der Weihnachtsfeiertage geschlossen.

De weg is voor onbepaalde tijd gesloten.

Der Weg ist auf unbestimmte Zeit gesperrt.

Maar ze hebben alle kolencentrales rond Beijing gesloten.

Aber um Peking herum wurden alle Kohlekraftwerke abgeschaltet.

In de straat waren de meeste winkels gesloten.

Die meisten Geschäfte in der Straße waren geschlossen.

- De deur is gesloten.
- De deur is toe.

Die Tür ist zu.

De bergpas is gesloten voor voertuigen zonder sneeuwkettingen.

Der Pass ist für Fahrzeuge ohne Schneeketten gesperrt.

- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.

- Die Tür ist zu.
- Die Tür ist verschlossen.
- Die Tür ist abgeschlossen.
- Die Tür ist geschlossen.

De wegen zijn vanwege het slechte weer gesloten.

Die Straßen sind wegen des schlechten Wetters gesperrt.

- De scholen zijn gesloten.
- De scholen zijn dicht.

Schulen sind geschlossen.

De gevangenis van Alcatraz werd gesloten in 1963.

Das Gefängnis von Alcatraz wurde im Jahre 1963 geschlossen.

De bibliotheek is tijdelijk gesloten voor het publiek.

Die Bibliothek ist zur Zeit für das Publikum geschlossen.

- De deur is gesloten.
- De deur is op slot.

- Die Tür ist verschlossen.
- Die Tür ist abgeschlossen.

- Deze deur is gesloten.
- Deze deur is op slot.

- Diese Tür ist verschlossen.
- Diese Tür ist abgeschlossen.

Dit deel van de bibliotheek is gesloten voor het publiek.

Dieser Bibliotheksbereich ist nicht öffentlich zugänglich.

Voor zover ik begrijp, is het museum op maandag gesloten.

Ich denke, das Museum ist montags geschlossen.

- Het postkantoor is vandaag dicht.
- Het postkantoor is vandaag gesloten.

- Die Post hat heute zu.
- Das Postamt ist heute geschlossen.

Ben je in staat om met gesloten ogen te lopen?

Hast du es drauf, mit geschlossenen Augen zu laufen?

Er waren geen klanten, dus we hebben de winkel vroegtijdig gesloten.

Es waren keine Kunden da; deswegen schlossen wir den Laden eher.

Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.

Da er müde war, saß er mit geschlossenen Augen auf dem Sofa.

- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.
- De deur is toe.

Die Tür ist zu.

- Op zondag is het museum niet open.
- Het museum is zondags gesloten.

Das Museum ist sonntags geschlossen.

- Ik kan niet slapen met een gesloten deur.
- Ik kan niet slapen met de deur dicht.

Ich kann bei geschlossener Tür nicht schlafen.

"Het ziet ernaar uit dat de tyfoon deze kant op komt." "Ja. Ik hoop maar niet dat school morgen gesloten is."

„Es scheint, als zöge ein Taifun auf.“ – „Stimmt. Ich hoffe, dass morgen nicht die Schule ausfällt.“