Translation of "Zingt" in English

- Je zingt prachtig.
- Je zingt mooi.

You sing beautifully.

Tom zingt.

- Tom is singing.
- Tom's singing.
- Tom sings.

Iemand zingt.

- Someone's singing.
- Someone is singing.
- Somebody's singing.

Zingt ze?

Does she sing?

Pua zingt.

Pua sings.

Keiko zingt.

Keiko sings.

Julia zingt.

Julia sings.

Zingt Tom?

Is Tom singing?

Iedereen zingt.

Everyone is singing.

Ze zingt.

She sings.

Hij zingt.

He sings.

Mike zingt goed.

Mike sings well.

Ze zingt vals.

She sings out of tune.

Ze zingt goed.

She sings well.

Hij zingt graag.

- He loves singing.
- She likes to sing.
- He likes singing.

Ze zingt graag.

- She loves singing.
- She likes to sing.

Tom zingt mooi.

Tom sings beautifully.

Jij zingt altijd.

You're always singing.

Tom zingt graag.

- Tom loves singing.
- Tom loves to sing.

De Fransman zingt.

The Frenchman sings.

Wie zingt er?

Who's singing?

Tom zingt vals.

Tom sings out of tune.

Wat zingt ze mooi!

How well she is singing!

Ze zingt werkelijk goed.

She is really a good singer.

Wie zingt dit liedje?

Who sings this song?

Ze zingt heel goed.

- He sings very well.
- She sings very well.

Tom zingt niet erg goed.

Tom doesn't sing very well.

Ze zingt mooier dan gewoonlijk.

She sang better than usual.

Hij zingt graag in bad.

He likes to sing in the bathtub.

Blümchen zingt in het Duits.

Blümchen sings in German.

Ze zingt als een engel.

She sings like an angel.

Mijn zus zingt heel mooi.

My sister sings songs very well.

Ze zingt de nieuwste popliedjes.

She is singing the latest popular songs.

Tom zingt soms in het Frans.

Tom sometimes sings in French.

Wie zingt er nu met Tom?

Who's singing with Tom now?

Tom zingt vaak in het Frans.

Tom often sings in French.

Zingt ze of speelt ze piano?

Does she sing or play the piano?

- Waarom zingt u?
- Waarom zingen jullie?

Why are you singing?

We willen dat je dit liedje zingt.

We want you to sing the song.

- Ze houdt van zingen.
- Ze zingt graag.

She likes to sing.

- Hij zingt graag.
- Hij houdt van zingen.

- He loves singing.
- He likes to sing.
- He likes singing.

Ik wil dat je een liedje zingt.

I want you to sing.

Een vogel zingt onophoudelijk op mijn balkon.

A bird is incessantly singing on my balcony.

Ik wil dat hij een liedje zingt.

I want him to sing a song.

Maria zingt zo vals als een kat.

Maria sings as off-key as a cat.

- Tom zingt.
- Tom is aan het zingen.

- Tom is singing.
- Tom's singing.

Hij schrijft en zingt zijn eigen liedjes.

He writes and sings his own songs.

Kom bij ons, zelfs als je vals zingt.

Even if you sing out of tune, join us.

Het meisje dat daar zingt is mijn zus.

The girl who sings there is my sister.

Ik hou van luisteren naar hoe jij zingt.

I like listening to you sing.

Tom zingt beter dan iedereen die ik ken.

- Tom can sing better than anybody else I know.
- Tom can sing better than anyone else I know.

Zij wil dat je samen met haar zingt.

She wants you to sing with her.

Niemand zingt zo mooi onder de douche als Anna!

- Nobody sings as beautifully in the shower as Anna!
- Nobody sings better in the shower than Anna!

Wie is het meisje dat op het podium zingt?

Who is the girl singing on the stage?

- Waarom zing je?
- Waarom zingt u?
- Waarom zingen jullie?

Why are you singing?