Translation of "Peren" in English

0.004 sec.

Examples of using "Peren" in a sentence and their english translations:

- Hou je van peren?
- Houdt u van peren?
- Houden jullie van peren?

Do you like pears?

Ik eet peren.

- I eat pears.
- I'm eating pears.

- Je vergelijkt appelen met peren!
- Je vergelijkt appels met peren.
- U vergelijkt appels met peren.
- Jullie vergelijken appels met peren.

- You're comparing chalk and cheese!
- You're comparing apples and oranges!
- You are comparing apples and oranges.

- Je vergelijkt appelen met peren!
- Jullie vergelijken appels met peren!
- U vergelijkt appels met peren!
- Je vergelijkt appels met peren!

- You're comparing apples and oranges!
- You are comparing apples and oranges.
- You're comparing apples and oranges.

Deze peren zijn geweldig.

These pears are great.

Ik eet geen peren.

I don't eat pears.

Houden jullie van peren?

Do you like pears?

- Vraag een iep niet om peren.
- Vraag een olm niet om peren.

Don't ask an elm tree for pears.

Je vergelijkt appelen met peren!

- You're comparing apples and oranges!
- You're comparing apples and oranges.

Alice houdt niet van peren.

Alice doesn't like pears.

Peren worden ingeblikt in deze fabriek.

Pears are canned in this factory.

De peren van Korla zijn heel zoet.

The pears of Korla are really sweet.

Kijk jongens; deze tas zit vol met peren.

Look boys; this bag is full of pears.

Wat Tom en Maria aan het eten waren, waren geen appels. Het waren peren.

What Tom and Mary were eating weren't apples. They were pears.

John heeft vijf appels. Hij geeft er één aan Maria. Hoeveel peren zitten er nog in de zak?

John has five apples. He gives one to Mary. How many pears are left in the bag?