1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Glimlachten

Translation of "Glimlachten" in English

0.116 sec.

Examples of using "Glimlachten" in a sentence and their english translations:

- Beiden glimlachten.
- Ze glimlachten allebei.

The two smiled.

Ze glimlachten.

They smiled.

We glimlachten.

We smiled.

De andere jongens glimlachten.

The other boys smiled.

Ze glimlachten naar elkaar.

They smiled at each other.

De twee dames glimlachten naar elkaar.

The two ladies smiled at each other.

De twee meisjes glimlachten naar elkaar.

- The two ladies smiled at each other.
- The two girls smiled at each other.

We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.

Both of us began to smile almost at the same time.

- Ze keken elkaar aan en lachten.
- Ze keken elkaar aan en glimlachten.

They looked at each other and smiled.

- We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.
- Wij beiden begonnen vrijwel gelijktijdig te glimlachen.

Both of us began to smile almost at the same time.