Translation of "Beker" in English

De beker is gevuld met water.

The cup is filled with water.

Dat zo'n beker ijs vier porties bevatte?

that a pint of ice-cream has four servings in it?

- Ik wil dat je in deze beker plast.
- Ik moet u vragen om in deze beker te plassen.

I need you to urinate in this cup.

Ik heb bier gedronken uit een plastic beker

- I drank beer from a plastic cup.
- I drank beer out of a plastic cup.

Laat ons even herhalen: beker, bord, mes, vork, lepel, theelepeltje.

Let us repeat: cup, plate, knife, fork, spoon, teaspoon.

- De beker staat op tafel.
- Het kopje ligt op de tafel.

The cup is on the table.

Tom houdt er niet van om koffie uit een kartonnen beker te drinken.

Tom doesn't like drinking coffee out of a paper cup.