Examples of using "نذهب" in a sentence and their dutch translations:
Laten we gaan kijken.
Nou, laten we gaan.
Waar gaan we achteraf naartoe?
Waarom gaan we niet naar huis?
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan.
De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.
Oké, we moeten gaan. Hé.
Wat vind jij? Gaan we voor de stad?
Ofwel die kant op...
En hoe gaan we er verder mee om?
Wanneer zullen we gaan?
In feite kun je zelfs beweren
Misschien is het de moeite waard om te gaan kijken. Laten we gaan kijken.
Dus je wilt op schorpioenenjacht met het uv-licht.
Dus je wilt op schorpioenenjacht met het uv-licht.
Nu alleen nog het touw binnenhalen. En dan gaan we dat ding zoeken.
“Voorwaarts gaan we in formatie, zonder pantser tegen blauwe stalen randen.