Examples of using "غدا" in a sentence and their dutch translations:
Kom je morgen terug?
- Ik ben van plan morgen een mobieltje te kopen.
- Ik ben van plan morgen een gsm te kopen.
- Morgen ga ik een mobieltje kopen.
Morgen is de voetbalwedstrijd.
Ik ga morgen naar Tokio.
Komt hij morgen?
Laten we eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen is het gedaan.
- Volgens de weersvoorspelling gaat het morgenmiddag regenen.
- Volgens het weerbericht gaat het morgenmiddag regenen.