Examples of using "Yakışıklı" in a sentence and their dutch translations:
- Je ziet er mooi uit.
- Je ziet er knap uit.
Ik ben knap?
Tom is aantrekkelijk.
Is Tom knap?
Die man is knap.
Tom is echt knap.
Die man is knap.
Tom is erg knap.
- Ze zei dat hij er knap uitzag.
- Ze zei dat hij knap was.
Hij is knap en intelligent.
- Je bent een erg knappe man.
- U bent een erg knappe man.
Vroeger dacht ik dat Tom knap was.
Tom is een knappe vent.
Hij is tamelijk knap, niet?
Dat is mijn broer. Knap, niet?
Vind je mij knap?
- Hij is mooi en intelligent.
- Hij is knap en intelligent.
Hij ziet er goed uit voor zijn leeftijd.