Translation of "Telefonda" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Telefonda" in a sentence and their dutch translations:

- Telefonda konuşuyor.
- O, telefonda konuşuyor.

- Hij is aan de telefoon.
- Hij zit aan de telefoon.

Telefonda isteniyorsun.

Er is telefoon voor je.

Biz telefonda konuştuk.

- We spraken elkaar aan de telefoon.
- We hebben gebeld.

Telefonda kimle konuşuyordun?

Met wie was je aan het telefoneren?

Ben telefonda konuşuyorum

Ik ben aan de telefoon.

Onunla telefonda konuştum.

Ik sprak met hem door de telefoon.

Telefonda onun hakkında konuştular.

Ze bespraken het via de telefoon.

Telefonda bir pizza ısmarladım.

- Ik heb telefonisch een pizza besteld.
- Ik heb per telefoon een pizza besteld.

Bay Green, telefonda aranıyorsunuz.

Meneer Green, er is telefoon voor u.

Ben Nina'ya telefonda ulaşamıyorum.

- Ik kan Nina nooit aan de telefoon krijgen.
- Ik krijg Nina nooit aan de lijn.

- Telefonda konuştum.
- Telefon görüşmesi yaptım.

Ik heb gebeld.

Onunla telefonda onun hakkında konuştum.

Ik heb hem daarover gesproken met de telefoon.

Sevdikleriniz için telefonda müzik çalın.

Speel muziek voor dierbaren via de telefoon.

Tom Mary ile telefonda konuştu.

- Tom heeft met Maria gebeld.
- Tom telefoneerde met Maria.

Tom telefonda ondan bahsetmek istemedi.

Tom wou aan de telefoon niet daarover praten.

Tom beni telefonda terk etti.

Tom heeft het uitgemaakt over de telefoon.

Tom telefonda Mary'nin sesini duyduğuna mutluydu.

Tom was blij om Mary's stem door de telefoon te horen.

Büyüklerinizin torunlarının seslerini telefonda duymasına izin verin.

Laat grootouders de stemmen van hun kleinkinderen horen via de telefoon.

Aynı anda telefonda konuşmak ve araç kullanmak tehlikelidir.

Het is gevaarlijk om te bellen en tegelijkertijd te rijden.