Examples of using "Takar" in a sentence and their dutch translations:
Hij draagt een bril.
Draag je een bril?
Sommige mannen dragen sieraden.
Ze draagt ringen aan haar oren.
Tom draagt een bril met een dik montuur.
Hij draagt altijd een donkere bril.
Tom draagt bijna altijd een hoed.
Tom draagt bijna altijd een zonnebril.
Bijna een derde van alle kantoormedewerkers draagt een bril.