Examples of using "Kardeşi" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft geen broers, noch zussen.
Seiko heeft geen zussen.
Tom heeft 12 broers en zussen.
Hij heeft drie broers.
Tom is haar broer.
Ze had geen broer.
Mary is Toms stiefzus.
Mary is de zus van Tom.
Haar zus woont in Schotland.
Haar zus ziet er jong uit.
Hij heeft drie broers.
Zij is zo schattig als haar zuster.
- Zij heeft twee zusters.
- Ze heeft twee zussen.
Zijn broer deed gemeen tegen me.
Mijn moeder heeft vier broers.
Kate is net zo charmant als haar zus.
De broer van mijn vader is mijn oom.
De broer van mijn moeder is mijn oom.
Ze is even charmant als haar zuster.
Shinko's broer is acht.
Ana heeft geen zusters.
Tom heeft drie zussen.
Hoeveel zussen heeft Tom?
Tom lijkt niet op zijn broer.
Tom heeft één broer.
Zijn zus ziet er jong uit.
Toms zus is een non.
Ze heeft geen broers.
Tom is een broer van die man.
- Hij is heel slim, net als zijn broer.
- Hij is ontzettend slim, net als zijn broer.
- Hij is vast Toms broer.
- Hij moet wel Toms broer zijn.
Maria heeft vier broers.
Ann heeft geen zus.
Tom heeft drie broers.
Tom heeft geen broers.
Mijn grootmoeder heeft veel zussen.
- Is dat Toms zus?
- Is dat Tom zijn zus?
Mijn vader heeft vijf broers.
Hij moet haar broer zijn.
Haar zus lijkt jong.
Zijn broer is afgelopen maand overleden.
Zijn broer gaat met de bus naar school.
Ze kocht een woordenboek voor haar zuster.
Zijn broer is een heel bekwame arts.
- Mary is Toms jongste zusje.
- Mary is het jongste zusje van Tom.
Ze houdt van de pop als van haar eigen zuster.
Zij heeft drie broers.
- Zijn broer kijkt altijd tv.
- Zijn broer is altijd tv aan het kijken.
Mary, dit is David, de broer van Joe.
Tom heeft een halfzus.
Zijn zuster kan vandaag niet met u spreken.
Heeft hij broers?
Zijn moeder en zus waren ziek.
Ze stelde mij voor aan haar broer.
Zijn zus woont in Schotland.
Ik ben vrij zeker dat Tom geen broers en zussen heeft.
Ik wist niet dat Mary Toms zusje is.
Tom heeft ook een zus die Mary heet.
Zijn broertje ging eergisteren naar Shanghai.
Tom heeft een kwaadaardige tweelingbroer.
Mijn vader heeft vijf broers en zussen.
Toms dochter werd zwanger op haar 15e.
Tom heeft een halfzus.
Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.
Tom heeft een broer die in Boston woont.
- Zijn broer kijkt altijd tv.
- Zijn broer is altijd tv aan het kijken.
- De zuster van George heeft me een paar sandwiches gemaakt.
- George's zuster heeft een paar sandwiches voor me gemaakt.
- Tom heeft een zus van 13.
- Tom heeft een 13 jaar oude zus.
De zus van George smeerde enkele boterhammen voor me.
Tom heeft twee broers die in Boston wonen.
Alleen zijn jongere zus Makbule leefde tot 1956.
Tom eet asperges, maar zijn broer niet.
- Tom is verloofd met de jongere zus van Maria.
- Tom is verloofd met het zusje van Maria.
Wist u dat Maria de zus van Tom was?
Wist je dat Tom een tweelingbroer had?
Zij is pianiste, en haar zuster is zangeres.
Hij is Taro's broer.
Ik besefte niet eens dat Tom een zus had.
Georges zus maakte wat sandwiches voor me.
Is de dader door Jasmijn en haar broer gezien?
Ze heeft twee zussen die allebei in Tokyo wonen.
Tom heeft twee broers.
Ze heeft twee zusters. Allebei wonen ze in Kioto.
Ze hadden besloten het huwelijk uit te stellen tot haar broer terug was gekomen uit het buitenland.