Examples of using "Hamile" in a sentence and their dutch translations:
Ben je zwanger?
Ze is zwanger.
Ben ik zwanger?
Ze werd zwanger.
Jullie zijn niet zwanger.
En deze is zwanger.
Ze is zwanger.
Mary is zwanger.
Ze is acht maanden zwanger.
Ze vertelde me dat ze zwanger was.
Vannacht word ik zwanger.
Daaraan had je moeten denken vooraleer je haar zwanger maakte.
Bij zeepaarden wordt het mannetje zwanger.
- Is er een mogelijkheid dat je zwanger bent?
- Is er een mogelijkheid dat u zwanger bent?
Is er een mogelijkheid dat je zwanger bent?
Toms dochter werd zwanger op haar 15e.
Is ze zwanger of alleen maar dik?
Maria is twee maanden zwanger.
Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?