Examples of using "Facebook'ta" in a sentence and their dutch translations:
Zit je op Facebook?
Hij zit niet op Facebook.
Zit je op Facebook?
Ze heeft me op Facebook toegevoegd.
Ik praat met haar op Facebook.
Vind ons leuk op Facebook!
Fadil is actief op Facebook.
- Ik heb het op Facebook gelezen.
- Ik las het op Facebook.
Sami blokkeerde Layla op Facebook.
We ontvrienden mensen op Facebook
- Hoeveel vrienden heb je op Facebook?
- Hoeveel vrienden heeft u op Facebook?
- Hoeveel vrienden hebben jullie op Facebook?
of hoeveel vind-ik-leuks we krijgen op Facebook.
Je hebt me geblokkeerd op Facebook, en nu verdwijn je ineens.
Ken jij iemand die niet op Facebook zit?
- Hoeveel tijd besteden jullie op Facebook?
- Hoeveel tijd besteed je op Facebook?
Sami zat op Facebook.
Je hebt me geblokkeerd op Facebook, en nu verdwijn je ineens.