Examples of using "Eli" in a sentence and their dutch translations:
De hand van Jan is rein.
- Ben je vrijgevig?
- Ben je gul?
- Bent u gul?
- Bent u vrijgevig?
De dief was aan handen en voeten gebonden.
Een klok heeft twee wijzers.
Ik kwam thuis met lege handen.
Hij zei dat hij hen een handje zou helpen.
Midden in deze massa zat een kleine, eigenaardige steen,