Examples of using "Arıyorum" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben op zoek naar voedsel.
Ik ben op zoek naar mijn horloge.
- Ik ben mijn camera aan het zoeken.
- Ik zoek mijn camera.
Ik bel vanuit Duitsland.
Ik bel de politie.
Ik heb urenlang gebeld.
Ik zoek mijn vrienden.
Ik ben op zoek naar antwoorden.
Ik ben op zoek naar eten.
Ik bel vanuit Boston.
Ik zoek mijn hond.
Ik zoek batterijen.
- Ik ben een baan aan het zoeken.
- Ik zoek een baan.
- Ik ben een baan aan het zoeken.
- Ik zoek een baan.
Ik ben op zoek naar mijn broer.
Ik ben op zoek naar eten.
Ik ben op zoek naar het Hilton Hotel.
Ik ben op zoek naar een huis dat ik kan huren.
Ik zoek mijn sleutels. Heb jij ze gezien?
- Ik heb je overal gezocht.
- Ik heb jullie overal gezocht.
Ik heb de hele dag mijn sleutels lopen te zoeken.
Ik ben op zoek naar iemand die Portugees spreekt.
Ik bel vanaf mijn mobiel.
Ik zoek een assistent.
Ik zoek een warme, wollen rok.
Ik heb meer dan een uur naar ze gezocht.
- Ik bel u namens de heer Simon.
- Ik bel u in naam van mijnheer Simon.
Ik ben op zoek naar een goed hotel.
Ik zoek een geschenk voor mijn moeder.
Ik zoek een tas voor mijn vrouw.
Ik bel om te zeggen dat ik mijn kredietkaart verloren heb.
Ik zoek vrijwilligers om me te helpen.
Ik zoek een jas in mijn maat.
Ik ben op zoek naar een woning.
Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.
Ik bel om te zeggen dat ik mijn kredietkaart verloren heb.
Ik ben op zoek naar Andy. Weet jij waar hij is?
Ik zoek naar een mango om te eten.
Ik ben op zoek naar een boek over middeleeuws Spanje.
- Ik heb het de hele voormiddag gezocht.
- Ik heb er de hele ochtend naar gezocht.