Translation of "Policías" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Policías" in a sentence and their dutch translations:

Murieron siete policías.

- Zeven politieagenten stierven.
- Er zijn zeven politieagenten gestorven.

Los policías detuvieron al ladrón.

De politieagenten arresteerden de inbreker.

Todos los policías son malditos.

Alle politieagenten zijn klootzakken.

Habían 10 policías en el lugar.

Er waren tien politieagenten op de plaats.

Daniel les dio las gracias a los policías.

Daniël bedankte de politiemensen.

Los policías arrojaron bombas lacrimógenas hacia dentro del edificio.

De politieagenten gooiden traangasgranaten in het gebouw.

Una función importante de los policías es el atrapar a los ladrones.

Een van de belangrijkste taken van de politie is het vatten van dieven.

Entonces cortando acá, dificultábamos bastante la comunicación. Lo más dramático, vinieron... Había algunos policías venían también.

Met het verbreken van de verbinding werd de communicatie flink verhinderd. Het meest dramatische was dat er agenten met ons meekwamen.