Examples of using "Morirá" in a sentence and their dutch translations:
- Zal hij sterven?
- Zal zij sterven?
- Gaat hij dood?
- Gaat zij dood?
- Tom zal sterven.
- Tom zal doodgaan.
Hij zal sterven.
Ze zal binnenkort sterven.
Als we hem achterlaten zal hij doodbloeden.
Al wat leeft zal ooit sterven.
Bijna een derde zal sterven voor ze een maand oud zijn.
Als je niet eet, sterf je.