Translation of "Molécula" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Molécula" in a sentence and their dutch translations:

Esta molécula tiene una estructura cristalina.

Deze molecuul heeft een kristalstructuur.

Una molécula está formada por átomos.

Een molecuul bestaat uit atomen.

Cada molécula de nuestro cuerpo tiene una forma única.

Ieder molecuul in ons lichaam heeft een unieke vorm.

Una molécula de agua consta de dos átomos de hidrógeno y uno de oxígeno.

Een watermolecule bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom.

Una molécula de agua se compone de un átomo de oxígeno y dos átomos de hidrógeno.

Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.

Que pueden detectar una molécula de feromona en millones. El vuelo en zigzag lo ayuda a determinar la posición de ella.

...dat ze één feromoonmolecuul uit miljoenen kunnen ontwaren. Zigzaggend vliegen helpt hem de locatie te vinden.

Los niveles de organización biológica pueden ser citados en el siguiente orden: átomo, molécula, orgánulo, célula, tejido, órgano, sistema, organismo, población, comunidad, ecosistema y biosfera.

De organisatieniveaus in de biologie kunnen in de volgende volgorde worden gerangschikt: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, systeem, organisme, populatie, gemeenschap, ecosysteem en biosfeer.