Examples of using "Llamas" in a sentence and their dutch translations:
Belucht de vlammen.
Het staat in brand.
Heet jij Tom?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
Ik sta in brand.
Het schip ging in vlammen op.
Pardon. Hoe heet je?
Het gebouw staat in brand.
- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?
Het schip ging in vlammen op.
- Het bed staat in brand!
- Het bed staat in vlammen!
Hoe noem je je moeder?
Hij zal komen als ge hem roept.
Het gordijn heeft vlam gevat.
Hoe noem je deze vogel in het Engels?
Och nee! Mijn huis staat in brand!
De brandweerman kon het vuur niet blussen.
Ik heet Tamako, en jij?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
...maar er is ook iets magisch aan staren in de vlammen.
- Hallo, hoe heet je?
- Hallo, wat is uw naam?
- Hallo, wat is jouw naam?
Het huis staat in brand.
De moedige brandweerman redde een jongen uit het brandende huis.
Ik heet Tamako, en jij?
Tom is gestorven toen hij probeerde een kind uit een brandend gebouw te redden.
Het huis staat in brand.
Vertel me alsjeblieft je naam.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
Vertel me alsjeblieft je naam.
"Weet ik," zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"