Examples of using "Crecen" in a sentence and their dutch translations:
Planten groeien.
Druiven groeien in trossen.
In mijn tuin groeien er bramen.
Kinderen groeien zo vlug.
Appels groeien op bomen.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Planten groeien naar het zonlicht.
Deze bloemen groeien in warme landen.
je kans op een hartkwaal verhoogt,
Met een lengte van tot 30 centimeter...
Caraïbische flamingo-kuikens groeien ontzettend snel.
Planten groeien snel na regen.
Ik wist niet dat appelbomen uit zaden groeien.
Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.
De wortels verstrengelen zich. Diepe, klevende modder.
Naarmate ze groeien, worden ze steeds veeleisender.
Deze kuikens groeien zo snel dat ze een krokodil al te snel af kunnen zijn.
Er heerst spanning tussen India en Pakistan over Kashmir.
Wanneer je kinderen klein zijn, dan zou je ze wel kunnen opeten. Wanneer ze groot zijn, heb je spijt dat je dat niet gedaan hebt.