Examples of using "Uvas" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb druiven.
We hebben veel druiven.
Hoeveel zijn de druiven?
Mijn hond eet druiven.
Die druiven smaken zuur.
De druiven zijn zuur.
Deze druiven zijn rijp.
Druiven groeien in trossen.
Rozijnen zijn verschrompelde druiven.
Rozijnen zijn gedroogde druiven.
Wijn wordt van druiven gemaakt.
Hij maakt wijn van druiven.
Wie heeft alle druiven gegeten?
Hij was te klein om aan de druiven te komen.
Ik hou van fruit zoals druiven en perziken.