Translation of "Afeitar" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Afeitar" in a sentence and their dutch translations:

- Tengo que afeitarme.
- Me tengo que afeitar.

Ik moet me scheren.

Grababan... a las muchachas esvásticas con hojas de afeitar, en los muslos.

Met scheermessen sneden ze swastika's... ...in de dijen van meisjes.

Yo me voy a bañar y me voy a afeitar y me pongo...

Ik ga douchen en scheren. Dan trek ik een pak aan.

Mi padre ocupa una máquina de afeitar eléctrica, pero al contrario, yo solo ocupo una navaja.

Mijn vader gebruikt een elektrisch scheerapparaat, maar ik daarentegen gewoon een scheermes.