Examples of using "хожу" in a sentence and their dutch translations:
Ik loop.
Hij loopt, ik loop.
Ik ga naar het werk.
Ik ga waar ik wil.
Ik ga naar de kerk.
Ik loop als een pinguïn.
Ik ga naar het park.
Ik ga naar school.
Ik ga elk jaar.
Af en toe ga ik naar de bibliotheek.
Ik ga vaak naar de bioscoop.
Ik loop iedere dag.
Af en toe ga ik naar de bibliotheek.
Ik zit op een openbare school.
- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.
Ik ga soms naar de bioscoop.
Ik ga vaak naar het strand.
Ik ga niet naar de kerk.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
Ik ga eens in de twee dagen op restaurant.
Ik loop altijd naar school.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
Ik ga elke dag naar school.
Ik ga iedere dag naar de kerk.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Ik ga iedere dag naar het werk.
Ik ga naar school met Tom.
Ik ga elke zondag naar de kerk.
Ik ga elke ochtend naar school.
Ik ga elke maand naar de kapper.
- Gewoonlijk ga ik lopend naar school.
- Ik ga normaal lopend naar school.
Ik ga nergens heen zonder mijn telefoon.
Na de dood van mijn man liep ik rond als een zombie.
Ik ga niet naar school op zondag.
's Zomers ga ik elke dag naar het zwembad.
Ik ga een keer per week naar de bioscoop.
Ik ga zelden naar een restaurant.
Af en toe ga ik naar de bibliotheek.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Ik draag vaak een hoed
In de zomer zwem ik vaak in de zee.
- Normaal ga ik te voet.
- Meestal loop ik.
- Normaal loop ik.
- Normaal ga ik te voet.
- Normaal loop ik.
Ik bezoek soms de huizen van mijn vrienden.
Ik ga waar ik wil.
- Ik ga alleen uit plichtsgevoel ten opzichte van mijn moeder, naar de kerk.
- Ik ga alleen naar de kerk uit plichtsgevoel jegens mijn moeder.
- Ik ga naar de bibliotheek ten minste een keer per week.
- Ik ga minstens één keer per week naar de bibliotheek.
Ik woon bij de zee, dus ik ga vaak naar het strand.
Ik ga naar school omdat ik wil leren.
- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.
Gemiddeld bekijk ik twee films per maand.
Ik draag vaak een hoed
- Ik ga naar de bibliotheek ten minste een keer per week.
- Ik ga minstens één keer per week naar de bibliotheek.
Ik ga daar niet meer heen.
Ik ga daar nog eens per week heen.
- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.
Ik ga vaak naar de bioscoop, vooral wanneer er griezelfilms zijn.
Ik loop veel omdat dat gezond is.
Ik ga niet naar de kerk.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Ik ga naar school.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
Als ik vrij heb ga ik naar de film, hang ik rond in het café, en sta ik in de keuken.
Ik draag vaak een spijkerbroek en een T-shirt.
Ik draag nooit witte sokken.
- Ik draag vaak een blauwe spijkerbroek en een blauw shirt.
- Ik draag vaak blauwe jeans en een blauw shirt.
- Ik heb vaak een blauwe spijkerbroek en een blauw overhemd aan.
Ik ga niet alleen naar de cinema omdat ik achteraf graag met iemand over de film praat.
Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.
Ik neem mijn kinderen bijna elke dag mee naar het park.
- Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.
- Ik ga niet alleen naar de cinema omdat ik achteraf graag met iemand over de film praat.
Ik draag niet iedere dag een das.