Examples of using "учила" in a sentence and their dutch translations:
Ze leerde.
Na het eten studeerde ze Japans.
Tom wilde dat Maria Frans zou leren.
Ik leer al drie jaar Frans.
Ze heeft dertig jaar lang muziekles gegeven.
Ze heeft Latijn op school geleerd.
Ik was aan het veranderen. Ze leerde me ontvankelijk te worden voor de ander.