Examples of using "ударил" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft je geslagen?
- Wie heeft u geslagen?
- Wie heeft jullie geslagen?
Ik was het die Tom heeft gestompt.
Hij heeft mij op het hoofd geslagen.
Hij sloeg een bal met de knuppel.
Tom stompte hem in het gezicht.
Tom sloeg Maria met een honkbalknuppel.
Hij sloeg met zijn vuist op de tafel.
Iemand sloeg me op mijn rug.
Ik heb Tom geslagen.
Tom stak Maria dertien keer.
- Iedereen weet dat je Tom geslagen hebt.
- Iedereen weet dat jullie Tom geslagen hebben.
- Tom schopte Maria.
- Tom heeft Maria geschopt.
Hij schopte de bal weg.
Eén van hen sloeg me op de rug.
- Waarom heb je haar geslaan?
- Waarom heb je haar geslagen?
Het succes is hem naar het hoofd gestegen.
- Tom zei dat hij wilde dat hij Mary niet had geslagen.
- Tom zei dat hij wou dat hij Mary niet had geslagen.
- Tom zei dat hij wenste dat hij Mary niet had geslagen.
Waarom hebt ge hem met een stoel geslagen?
- Hij sloeg haar.
- Hij heeft haar geslagen.
Je hebt me bijna geraakt.
Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.
Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.