Examples of using "соседа" in a sentence and their dutch translations:
De hond van mijn buurman is dood.
Hij haat zijn buurman.
Ik heb een hekel aan mijn buurman.
De hond van mijn buurman blaft.
We ontmoetten onze buurman in de straat.
Het gras van de buren is altijd groener.
De hond van mijn buurman is dood.
Tom is in het zwembad van zijn buur vedronken.
Zij verspreiden zich als een virus van buur tot buur.
"De auto van mijn buurman is veel groter dan de mijne.”
Ik zag de hond van mijn buurman in de tuin lopen.
Mijn buurman was niet thuis toen de kat kwam.